(Door Sandra, 9-7-22)

Deze verbazing overkomt me zo een paar keer per jaar. Mensen die me eerst in een andere context of omgeving leren kennen, kunnen hun vraagtekens bijna niet verbergen. Jij? Gelovig? Voor mij blijft het altijd een “ding”. Wat is nou het moment om daar iets over te zeggen? Wanneer praat je over Christen zijn in een niet- christelijke omgeving?
En dan die verbazing. Echt een goed teken is het natuurlijk niet. Blijkbaar hebben mensen aan mij niet gezien, gehoord of gemerkt dat ik Christen ben. Of kun je dat niet zomaar aan iemand zien, of horen, of merken?
Ik ben niet opgegroeid met openlijk praten over geloof. Geloof was er op zondag in de kerk, doordeweeks op catechisatie en club. Het was er wel, maar het was geen onderwerp van gesprek. Gek eigenlijk, iets dat zo’n onderdeel is van je identiteitsontwikkeling maar waar je dan niet over praat. En als het er wel over ging, bij het jaarlijkse bezoek van de ouderling, was het in mijn gezin thuis altijd iets ingewikkelds en ongemakkelijks.
En nu vind ik dat dus nog steeds lastig. Toen ik vijftien jaar geleden in de Jeruzalemkerk belandde, na een tijdje shoppen langs de Utrechtse kerken, moest ik er wel wat mee. Ik had wat uit te leggen! Nog nooit gesproken over geloof of over God, en ineens was ik lid van een kerk! De komst van onze oudste was voor mij de aanleiding om na jaren van “kerkelijke dakloosheid” dat dak weer op te zoeken. En hoewel dat meteen goed was, vond ik het gesprek met de mensen om mij heen niet makkelijk. Hield het een beetje oppervlakkig, praatte er overheen. Inmiddels is dat wat eenvoudiger geworden, en kan ik daar prima een en ander over delen. Maar het moment vind ik wel zoeken! Het hoort bij mij, als je mij leert kennen hoort dit er ook bij. Maar er zomaar even over beginnen bij de koffie of een biertje, ik weet het niet.
Soms dient het moment zich vanzelf aan, als een nieuwe teamgenoot tijdens het volleyballen een stevige vloek ontsnapt. En een ander teamgenootje hem aanspreekt en vertelt dat vooral ik dat niet zo prettig vind. Het levert geweldige gesprekken op! Hoewel, die verbazing blijft bij de ander. Jij? Gelovig? Ok, ik ben ook geen lievertje in het volleybalveld, de associatie wordt blijkbaar niet zo snel gelegd, maar toch.
Misschien is dat wel mijn doel, mijn verlangen. Dat de verbazing eraf gaat, omdat mensen aan mij zien, en horen, en merken, dat ik volgeling van Jezus ben. Bij een gemeenschap hoor met de liefste broers en zussen. Dat ik in mijn handelen en daden zichtbaar Christen ben. Dat ik mag oefenen met getuigen, iets wat echt heel ver buiten mijn comfort zone ligt.
En dan ooit, een keer als ik vertel dat ik naar de kerk ga, de reactie ontvang: “Jij? Gelovig? Ja logisch eigenlijk, ik dacht het al aan je te merken!”
Héél herkenbaar! In alle opzichten. Dank voor t delen.
Uit het hart gegrepen! Zo herkenbaar…..niet alleen voor mij, denk ik. Hoop dat ik nog vrijmoediger mag worden in het delen. Fijn ook dat je daarin groeien kan en mag.
Beste Sandra door je column hoop en bid ik dat ik: nieuwe motivatie en inspiratie krijg om het Christen zijn op het werk in de praktijk te brengen. Als praktische punten van deze overdenking ga ik extra letten op mijn werkhouding op de werkvloer en het verschil proberen te maken door mijn geloof in uitvoering te brengen.