(Door Wilma van Klaveren, 19-9-22)

Tijdens onze vakantie in de rustige heuvels rondom Taizé, bezochten we een Jazzconcert in een klein Romaans kerkje waar er zoveel van zijn in deze streek. Je verwacht hier geen swingend feest maar toch… De reclame voor het concert hing her en der aangeplakt. Via internet reserveerden we een plekje en gingen er op af. Plastic stoeltjes stonden in rijen opgesteld en voor in het kerkje het altaar met microfoons in afwachting van de muzikanten.
We waren op tijd en hadden dus volop gelegenheid om ons heen te kijken. Het kerkje was prachtig. De inrichting wat minder. Het leek alsof ze her en der wat kerkelijke attributen bij elkaar hadden gescharreld en die lukraak hadden neergezet. Zonder al te veel gevoel voor liturgie. Verbogen kandelaren aan de balken met kaarsen scheef erin. Vergeelde afbeeldingen aan de muur. Stoffige attributen op gekke plekjes. Voorin een afzichtelijk altaar. Nu valt over smaak niet te twisten maar zonder dat altaar zou het kerkje een stuk mooier zijn gebleven, echt waar. De muzikanten maakten er echter dankbaar gebruik van door er hun spullen op te leggen. Dat deed me toch weer even aan onze eigen Jeruzalemkerk denken waar we het orgel als verstopplek voor allerhande zaken gebruiken en het doopvont als handig bijzettafeltje.
Als mijn ogen nog wat verder door het kerkje dwalen zie ik ineens hoog boven het altaar een kruis hangen met een Jezusfiguur eraan. Ook ergens uit een afgedankte boedel leek het, want er zaten wat verfvlekken en witte gruissporen op. De plek waar het kruis hing was niet passend. Net alsof ze het nergens kwijt konden en dus daar maar gehangen hadden. Net als de andere attributen.
Nu moet u weten dat ik wel wat heb met een crucifix. Want zo heet een kruis met een gekruisigde Jezus eraan. Vroeger had ik dat juist niet. Ik groeide op in Brabant, en we woonden als protestants gezin tussen katholieke gezinnen. In de katholieke huizen hingen crucifixen. Wij protestanten hadden dat niet. Als kind vroeg ik me af waarom niet maar, werd mij verteld, dat was omdat protestanten in de opstanding geloofden. Jezus was opgestaan en daarom was het kruis leeg. Dat onze zeer gelovige rooms katholieke buren dat ook geloofden drong toen nog niet tot me door. Ik had voldoende aan de heldere scheiding: protestanten een leeg kruis, katholieken een crucifix. Gelukkig mocht ik regelmatig mee naar hun katholieke diensten. Ik vond de geuren, kleuren en de rituelen prachtig. En stiekem keek ik soms naar Jezus aan het kruis.
Als de muziek begint te spelen neemt die me volledig in beslag. Het is kwalitatief zeer goed. Als ik naast me kijk zie ik mijn muzikale, Jazz-minnende echtgenoot met zijn ogen dicht genieten van de muziek. Hij is allang de zevende hemel in geswingd.
Mijn blik dwaalt weer naar de crucifix, recht boven de bruisende muziek. Als hij er maar niet afvalt, denk ik bezorgd. Dan valt hij recht op de muzikanten. Plotseling zie ik dat het beeld scheef aan het kruis hangt. De ene hand is eraf en het hoofd hangt bijna letterlijk gebroken voorover. Ik schrik en word ineens geraakt. Het contrast tussen de vrolijke muziek en de lijdende Jezus is enorm. Het is gek maar ik voel verdriet. En daar waar de afbeelding van de lijdende Jezus voor bedoeld is -het in herinnering houden van het lijden van Jezus-, gebeurt op dat moment met mij. Ik word totaal onverwacht diep geraakt door zijn lijden. Ik voel zelfs ontferming met hem. Ik gun hem dat hij van dat kruis af mag en ja… mag ik dat denken?… nou ja, ik gun hem het plezier van de vrolijke muziek. Het lijden is wel een keer genoeg geweest zou ik hem willen zeggen.
Mijn aandacht wordt na deze geïmproviseerde gedachtenspinsels weer naar de improvisaties van de Jazzmuziek getrokken. Het wordt almaar mooier en mooier en we genieten enorm.
Als het concert na vele toegiften voorbij is, blijf ik nog wat in het kerkje talmen. Het wordt stil en mijn blik valt weer op het kruis. Jezus hangt er nog steeds. Onbeweeglijk. Nu word ik geraakt door iets anders. Ik zie nu vooral volharding en onverstoorbaarheid. Wat er ook gebeurt, hoe vrolijk en opzwepend de muziek onder hem ook is, hij blijft hangen. Ik kijk naar hem en het is net alsof hij zegt: geniet vooral! Het is jullie van harte gegund. Maar weet je, er is in deze wereld nog zoveel ellende, dood, ziekte, oorlog, angst, hongersnood en er zijn zoveel mensen op de vlucht. Zoveel lijden. Ik hou vol zolang het nodig is. Want weet je, mensen herkennen hun eigen lijden in mij. Ze weten daardoor dat ik hen niet in de steek laat. Dat ik mijzelf deel in hun pijn, hun angst en hun verdriet. Zo ben ik de mensen nabij. Dus, geniet van je vakantie. Ik blijf hier. Ik laat de wereld niet alleen.
Beduusd stap ik buiten het warme zonlicht weer in. De rest van de avond ben ik stil. Ik ben geraakt. Ik herinner me het sterfbed van mijn vriendin. Haar brekende ogen, waarin we de ogen van Jezus herkenden. Zoals je ze zo vaak op afbeeldingen en in de kunst tegenkomt. Toen. Nu. Altijd. We zijn niet alleen.
Lieve Wilma,
Wat een mooi blog! Hoe troostend: we zijn niet ( nee ,nooit!!) alleen!! En dat: Ik hou nog even vol…..ondanks alles! Wat er ook gebeurt. Dank!
Netty