(Blog door Wilma van Klaveren, 23-11-23)

Zondag is het zoals ieder jaar Eeuwigheidszondag. Dat is de laatste zondag van het kerkelijk jaar waarop in veel kerken de overleden gemeenteleden van het afgelopen jaar worden herdacht. Hun namen klinken, er wordt een kaars voor iedere persoon aangestoken, er klinkt muziek, we zingen, we bidden en er is stilte. Vervolgens krijgt ieder die dat wil, de gelegenheid een kaarsje te branden voor de eigen overleden geliefden die op dat moment onherroepelijk in veler gedachten zijn. Onze overleden ouders, kinderen, vrienden en familieleden zijn immers wel uit ons oog, maar nooit uit ons hart. Tijdens Eeuwigheidszondag staan we daar in alle rust en ruimte bij stil. En dat is mooi.

Op veel plekken in de wereld hebben mensen geen rust en ruimte om hun overledenen te gedenken. Er is teveel onveiligheid, verschrikkelijke stress en er is voortdurende dreiging van raketten. Er zijn zoveel doden te betreuren dat een mensenziel het helemaal niet aankan om daar teveel bij stil te staan. Dóór moet je. Anders overleef je het zelf niet.

We zien elke dag op televisie hoe een oorlog met veel doden eruit ziet. Vooral de beelden van de vele dode kinderen en kinderen op de vlucht, zijn vreselijk aangrijpend. De oorlog in Gaza is er één die ons allemaal aangrijpt. Nog meer dan Oekraïne, Jemen, Darfur of Congo, waar het ook al zo verschrikkelijk erg is.

Maar de strijd tussen het Joodse en het Palestijnse volk, die raakt ons anders. Het is een oorlog waarbij veel mensen sympathie of tenminste betrokkenheid én tegelijkertijd antipathie voelen bij beíde volken. Een te gemakkelijke keuze tussen ‘de goeden en de slechten’ is niet te maken. Hoeveel onrecht kunnen mensen elkaar aandoen en na hoeveel generaties stopt het?

In de kerk zoeken we naar een antwoord. We bidden en delen onze zorgen met elkaar. Het is heel betekenisvol om samen te komen op een plek waar je met elkaar stil kunt zijn en kunt bidden. Een plek waar je soms alleen maar kunt stamelen en een kaars kunt branden. Zo’n plek gun je iedereen. Maar kunnen we als kerk ook iets meer zeggen als we op televisie zien hoe kinderen worstelen met het onbegrijpelijk onrecht dat hen overkomt? ‘Waarom schieten ze met raketten op ons!?’, zie ik een huilend jongetje op televisie gillen. Zijn schreeuw snijdt me door het hart. En dan vraag ik me af of het genoeg is als de kerk vooral een plek van samenkomst, stilte en bezinning is. Hoe buitengewoon betekenisvol en belangrijk het ook is, vraagt deze tijd misschien ook om meer? Ja, denk ik als ik kinderen op televisie zie. Palestijnse kinderen en de ontvoerde Joodse baby’s  hebben recht op meer. Eén ding weet ik zeker: zij zijn in ieder geval onschuldig. En als kerk zijn we eigenlijk geen knip voor onze neus waard, als we té stil zijn.

Biograaf Marc van Dijk schrijft in Trouw, een postume brief aan Huub Oosterhuis: ‘wat staat ons hier en nu te doen Huub?’, vraagt hij hem.

Voor Huub Oosterhuis was het koninkrijk van God geen hemels paradijs, maar een visioen van vrede en recht hier op aarde. Hij vond ook dat wie zich christelijk noemt, altijd moet opstaan tegen onderdrukking, onrecht en geweld. Zo staat het tenslotte in de bijbel: ‘Red hen die geen verweer hebben’.

Maar hoe?

Door te blijven zeggen dat vrede en recht er toe doen. Door liederen over gerechtigheid te blijven zingen. Door eens mee te lopen in een vreedzame optocht. Door de dialoog te zoeken. Door in onze eigen kleine kring de hand te reiken aan hen die anders zijn dan jij.

Door een plek te creëren waar mensen hun doden kunnen herdenken. In alle rust en ruimte. Door toch telkens maar weer een kaars te branden. Tegen de verdrukking in. Uit solidariteit met velen. Als teken van hoop.

Net zolang tot alle kinderen op deze wereld in vrede en veiligheid leven. Net zolang totdat ze veel te jong, geen dode ouders of broertjes en zusjes meer hoeven te gedenken.

Net zolang totdat alle kinderen op deze aarde niet beter weten dan dat een raket een ijsje is.

1 reactie op “Kaarsen en Raketten”

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *