(Door Ruth Alkema, 8-5-24)

God heeft alles wat er is de goede plaats in de tijd gegeven, en ook heeft hij de mens inzicht in de tijd gegeven. Toch kan de mens het werk van God niet van begin tot eind doorgronden. Prediker 3:11

Ik doe graag mindfulness meditatie: een half uurtje even stil worden en met ontspannen aandacht alleen letten op wat ik nu op dit moment zie, voel, hoor, ruik of proef. Vooral als ik gestresst ben, is het fantastisch, omdat het me meteen rustiger maakt, even los van zorgen, uit mijn gedachten terug naar gewoon voelen wat ik nu voel, de grond, de stoel waarop ik zit, de lucht langs mijn gezicht, mijn eigen ademhaling, en al snel besef ik weer, ik leef vanuit een basis die er gewoon is, die mij gegeven is.

Je leest vaak dat het goed is voor je mentale gezondheid om hier een dagelijkse gewoonte van te maken, maar ik vind het al snel ook weer ongelofelijk saai en leeg, dat ene punt des tijds zonder verleden of toekomst. Mindfulness is echt niet alles wat er is. Er is meer, er moet meer zijn, ik zoek verbinding van verleden, heden en toekomst, ik wil contact met anderen en met God die alles in zijn hand houdt, ik verlang naar liefde die verbindt.

Enkele jaren geleden had ik een bijzondere ervaring tijdens een kerkdienst. Het leek alsof er een open raam in het dak was, en de kerk vol stroomde met een licht zo mooi en warm en wit als ik nog nooit gezien had, en waarvan ik achteraf ook denk dat het nooit ‘echt’ zo licht kon zijn geweest. Even was alles goed, even was ik in de hemel en de hemel bij ons. Een mooie troostende ervaring, die me natuurlijk ook altijd is bijgebleven, maar ook één die vragen opriep, ik kon niet goed plaatsen wat het betekende, en of ik er verder iets mee moest.

Gek eigenlijk, ik merkte in de kerk iets van God, en het was zò onverwacht dat ik me er zorgen over ging maken. Achteraf was het niet nodig, ik las onlangs dat veel mensen zoiets wel eens meemaken, en, zo zei de schrijver, het is fijn dat we in de kerk dit gemakkelijk een plek kunnen geven, want veel jonge mensen zullen er anders hun schouders over ophalen of denken dat ze misschien iets verkeerds gerookt of gedronken hebben. De schrijver vervolgde dat wij in de christelijke traditie geleerd hebben dat we dan gewoon kunnen knielen en aanbidden.

Dat knielen en aanbidden vind ik bijzonder helpend. Zeker als ik bezorgd en gestresst ben omdat ik probeer te begrijpen wat niet te begrijpen valt, of een logisch samenhangend verhaal probeer te maken van mijn verleden en mijn  toekomst, terwijl het in werkelijkheid nogal chaotisch is en niet te overzien. Als ik kniel en aanbid, dan geef ik aan dat het leven groot en mysterieus is, ik kan het niet bevatten, maar ik vertrouw God wel, ik vertrouw mij aan God toe.

Ik begon met mindfulness en eindigde met aanbidding. Ik merk dat ik beide nodig heb, en ook dat ze wel raakvlakken hebben. Voor allebei is het nodig om even onze grip op het leven wat los te laten en open te staan voor de werkelijkheid die er is. Dat kan het hier en nu zijn, of ook het mysterie van Gods eeuwige liefde.

2 reacties op “Nu en in eeuwigheid”

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *